De Zaak Pinochet. Over Universele Rechtsmacht en Hollandse Benepenheid.

Chris Ingelse en Harmen van der Wilt

Abstract

Het vervolgen van buitenlandse publieke gezagsdragers wegens delicten ten aanzien waarvan universele rechtsmacht is gevestigd, is geen sinecure. Toch heeft het Openbaar Ministerie toen het in mei 1994 de mogelijkheid had de Chileense ex-dictator Pinochet te vervolgen, dit angstvallig en ten onrechte achterwege gelaten. Wil Nederland bijdragen aan de handhaving van de internationale rechtsorde, dan is een daadkrachtig optreden zeer gewenst, en op grond van het VN-Folterverdrag ook geboden.

Het VN-Folterverdrag verplicht Nederland tot vestiging van universele rechtsmacht ten aanzien van het delict foltering. Het Verdrag verplicht niet tot uitoefening van rechtsmacht in alle gevallen, maar schrijft voor dat vervolging serieus overwogen moet worden. Dat laat aan opportuniteitsoverwegingen enige ruimte, maar die is gebonden aan grenzen. De vraag of Nederland, toen aangedrongen werd op vervolging van de in Nederland aanwezige Pinochet, gehandeld heeft naar letter en geest van het VN-Folterverdrag, fungeert als leidraad van dit artikel. Daarbij worden de argumenten van het Openbaar Ministerie om gebruik te maken van een vermeende opportuniteitsruimte weerlegd.

Voor de toekomst verdient het aanbeveling dat mensenrechtenorganisaties, zodra zij lucht krijgen van de aanwezigheid van een verdachte van folteringen in Nederland, onmiddellijk een kort geding aanspannen. Inzet van dat geding zou dan kunnen zijn te verijdelen dat de vermeende folteraar Nederlands grondgebied verlaat. Om dat te voorkomen zou aangedrongen kunnen worden op uitvaardiging van een arrestatiebevel en het nemen van een maatregel van voorlopige hechtenis, waartoe het VN-Folterverdrag ook verplicht. Belangrijker echter is dat zich een menta- liteitsverandering voltrekt binnen de gelederen van Justitie. Justitie zou duidelijke vervolgingsrichtlijnen moeten opstellen, zodat officieren zich gesteund weten bij het nemen van beslissingen in dergelijke netelige kwesties.

Reference:
Ingelse, C., van der Wilt, H., De Zaak Pinochet. Over Universele Rechtsmacht en Hollandse Benepenheid, Nederlands Juristenblad 71 (1996), pp. 280-285 (transl.: The Pinochet-case. On Universal Jurisdiction and Dutch Pettiness. The Dutch Lawyers' Journal.). An abstract in Dutch is available on the World-Wide Web: http://www.xs4all.nl/~ingel/c. ingelse/pinochet.htm.



Back to papers and presentations


Chris Ingelse, ingelse@boelsadvoc.com
Last modified: October 3, 1996

The contents of this user file are, on the basis of the right of freedom of speech, as enshrined in the Dutch Constitution and international human rights conventions, the sole responsibility of the author.